Wiegert Krijgsman is commissioning engineer bij Huisman. In deze functie stelt hij offshore-equipment in bedrijf, in Schiedam of het in buitenland. Daarnaast is hij bestuurslid bij Young IRO, dat met wisselende pen columnist is in de Maritiem Courant.
Een wijsheid binnen Huisman luidt: je weet pas zeker dat je op klus gaat, als je in het vliegtuig zit. Als er gevraagd wordt kun je over twee weken in het vliegtuig zitten naar daar en daar?’ zou ik alsnog kaartjes kopen voor dat ene festival, dat weekendje met vrienden inplannen, je oma vertellen dat je waarschijnlijk op haar verjaardag bent. Er kan immers veel gebeuren in twee weken. Als er gevraagd wordt ‘kun je morgen om negen uur op Schiphol zijn?’, is het vrijwel definitief, maar nog net niet 100 procent.
Vertraging binnen de offshore-industrie is eerder norm dan uitzondering. Op de tijdsbalk schuift de planning naar rechts, zoals het eufemistisch door projectplanners genoemd wordt. Negen van de tien keer ligt dat niet aan het bedrijf waarvoor ik werk, maar aan andere factoren: de werf waar de boot gebouwd wordt heeft vertraging opgelopen, geen plek aan boord, het schip heeft de haven nog niet aangedaan, niet op tijd een visum voorhanden, slecht weer, geen onderdelen, force majeure, verzin het maar.
Tegelijkertijd is het verboden om ervan uit te gaan dat deze vertraging ook daadwerkelijk optreedt. Op het moment dat je daarvan uitgaat, gaat alles opeens veel sneller dan in eerste instantie gedacht. En dan zit je niet over twee weken in het vliegtuig, maar dus morgen om negen uur.
Een andere wijsheid luidt: het project is pas af als de boot is weggevaren. Dat wil zeggen: het project is eigenlijk helemaal nog niet af, maar de boot moet toch weg. We kunnen er weinig meer aan doen. Boeteclausules in contracten tussen windparkbezitters en offshore-aannemers zijn inmiddels zodanig hoog dat onze klanten (offshore-aannemers) liever onaffe uitrusting afnemen, aftekenen en op klus gaan, dan dat er de tijd genomen wordt om vooraf alles af te ronden. Dit om maar de bindende contractuele datum te halen dat ze in het werkveld moeten liggen. Dat zij (en wij) vervolgens veel meer werk hebben om alles af te ronden, nemen ze op de koop toe.
Toch hebben dit soort clausules er niet voor gezorgd dat de windsector als geheel geen vertraging heeft opgelopen. In juli meldde toenmalig demissionair minister Jetten dat de doelstelling om 21 GW operationeel te hebben in 2030, vertraagd is naar eind 2032. Als reden noemde hij de gestegen grondstofprijzen, gestegen rentes wat investeren duurder maakt, maar ook een gebrek aan installatiecapaciteit. Er zijn simpelweg niet genoeg installatieschepen om alle windambities waar te maken.
Elk jaar weer worden de records van door wind opgewekte stroom gebroken. Toch stormt het op de windmarkt. Begin dit jaar trok Eneco zich terug uit de aanbestedingsprocedure van een van Nederlandse grootste te bouwen windparken, omdat de risico’s te groot werden. Bij een Engelse aanbesteding waren er welgeteld nul inschrijvingen. Ook aan de andere kant van de grote vijver rommelde het. Ørsted zag zich genoodzaakt om een project aan de Amerikaanse oostkust te annuleren, een actie met een prijskaartje van enkele miljarden euro’s. Wederom te hoge risico’s, doordat de prijs van stroom in de toekomst een te grote onzekerheidsfactor is. Zijn er straks wel genoeg afnemers vooral in de industrie, om een bepaald prijspeil te garanderen?
Andersom zijn grote energieafnemers huiverig om de transitie naar elektrisch te maken. Zij vrezen te weinig aanbod en dus hoge prijzen. Al met al is deze koudwatervrees een klassiek kip-ei-vraagstuk. Een eerder geopperde oplossing is een zogenoemd contract of difference. Daarbij spreekt de overheid een bepaald bedrag per megawattuur af. Mocht de marktprijs lager liggen dan legt de overheid bij; ligt het hoger, dan vloeit het verschil terug naar de staatskas. Zodoende zou er een heleboel onzekerheid uit de markt gehaald kunnen worden, hebben partijen weer genoeg houvast om te investeren. En zorgen we dat het einddoel 2050 netzero niet als fata morgana achter de Noordzee horizon verdwijnt.
Ik zou nog wel meer willen vertellen maar moet het helaas hierbij laten. Ik word net gebeld of ik morgen om negen uur op Schiphol kan zijn.