Uitspraak Raad van State potentieel gevaarlijk voor Nederlandse zeevaart

19-04-2019

Uitspraak Raad van State potentieel gevaarlijk voor Nederlandse zeevaart

De Raad van State heeft op 17 april 2019 geoordeeld dat de Wet minimumloon (Wml) van toepassing is op havensleepwerk in de haven van IJmuiden. Deze uitspraak is niet alleen teleurstellend voor de getroffen werkgever, maar roept bovendien nieuwe vragen op over de toepassing van de Wml op de internationale zeevaart. Deze onduidelijkheid kan grote gevolgen hebben voor de toekomst van de Nederlandse zeevaart.

Vakbond voor zeevarenden Nautilus International en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) voeren als sociale partners al enige tijd intensief overleg met de ministers Koolmees (SZW) en Van Nieuwenhuizen (I&W) over de reikwijdte van de Wml. Het gaat daarbij specifiek om zeevarenden die in het buitenland woonachtig zijn. Op 5 maart jl. heeft minister Koolmees in een brief naar de Tweede Kamer het standpunt ingenomen dat als deze zeevarenden werkzaam zijn in de internationale zeevaart, zij niet onder de Wml vallen. In de uitermate summier gemotiveerde uitspraak is de Raad van State volledig aan dit standpunt van de minister voorbijgegaan.

“Gelukkig schept de uitspraak in deze zaak nu duidelijkheid over de toepasselijkheid van de Wml op havensleepwerk. Tegelijkertijd roept de uitspraak nieuwe vragen op, zoals over het woonlandbeginsel.”, aldus KVNR-directeur Annet Koster. In januari verwees zij in het Haagse Nieuwspoort al naar het mogelijke gevaar voor de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse reders en werkgelegenheid in de sector, indien Nederland de Wml breed toepast op de Nederlandse zeevaart.
Koster vervolgt: “De tekst van de uitspraak is onduidelijk over het bereik van de Wml als het gaat om de internationale Nederlandse zeevaart, terwijl de sociale bescherming van in het buitenland woonachtige zeevarenden internationaal al goed is vastgelegd. Deze kwestie gaat dan ook niet over uitbuiting van mensen. Wel zou het breder toepassen van de Wml desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de internationale concurrentiekracht van Nederlandse reders. Daar is namelijk de levensvatbaarheid van de bedrijfstak mee gemoeid, inclusief het mogelijke verlies van een belangrijk deel van de werkgelegenheid van de Nederlanders. Dat wil natuurlijk niemand. We gaan daarom vragen aan minister Koolmees na deze uitspraak opnieuw de zorgen daarover weg te nemen, zoals ook in zijn brief van 5 maart aan de Tweede Kamer. Van verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt is overigens geen sprake. Meer dan 21.000 niet-Nederlandse zeevarenden werken in de Nederlandse zeevaart, juist omdat er niet voldoende Nederlandse zeevarenden zijn.”

Sociale bescherming buitenlandse zeevarenden niet in het geding
Omdat de zeevaart een mondiale bedrijfstak is, wordt veel regelgeving bij voorkeur op internationaal niveau overeengekomen, zoals in het Maritiem Arbeidsverdrag. De mogelijkheden voor uitbuiting worden daarbij zoveel mogelijk beperkt. Sociale bescherming van zeevarenden is dus internationaal goed vastgelegd, onder meer door het verplichte internationale minimumloon waarover afspraken worden gemaakt bij de International Labour Organization (ILO). Dit wordt de komende periode van 3 jaar met 4,5 procent verhoogd.

Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders
De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) is dé vertegenwoordiger van in Nederland gevestigde reders die actief zijn in de zeevaart. De KVNR richt zich op politiek, overheid, maritiem cluster en samenleving. Doel van de belangenbehartiging is dat reders wereldwijd onbelemmerd kunnen ondernemen met schone schepen die veilig varen met bekwame bemanning.