Thijs Kamphuis: werkzaam bij DOB-Academy & DOT en voorzitter van Young IRO
Paul Schoenmakers: werkzaam bij TWD en communications officer bij Young IRO
Young IRO opgericht in 2017, met als doel de offshore industrie toekomstbestendig te maken, het conventionele te heroverwegen en de jonge generatie te versterken. Na 4 jaar kunnen we niet meer om Young IRO heen. In een interview geven zij hun kijk op de sector van toen, nu en vooral de toekomst.
Waar denken jullie aan bij 50 jaar offshore?
Thijs: Pioniers! Mentaliteit van hard werken, de eerste willen zijn, familiebedrijven. De trots om te werken in deze industrie en daarbij niet de gebaande paden willen bewandelen, maar risico willen nemen, iets wat je in de rest van Europa minder tegenkomt.
Paul: Ondanks dat het een conservatieve sector is, is er ook een aantal bedrijven die pioniert, die bijvoorbeeld van de baggerindustrie richting olie en gas zijn gegaan. Dat zie je nu ook gebeuren in de energietransitie, er zijn een paar voorlopers die het voortouw nemen en daar de rest mee kan overtuigen.
Wat heeft YI in de afgelopen 4 jaar voor verschil kunnen maken voor IRO en wat hopen jullie de komende 5 jaar te bereiken?
Thijs: Hoezeer ik ook het pionierschap en de winnaarsmentaliteit naar voren zie komen van de sector in de afgelopen 50 jaar, denk ik dat de stem van de jongere generatie nog verbetering kan gebruiken. Wat Young IRO heeft gebracht en in de toekomst wil brengen, is de ambitieuzere stem op het gebied van de energietransitie en de mensen die daar een duidelijk beeld van hebben. Misschien een iets te naïef beeld, maar als je heel naïef en gedreven samenvoegt met ervaren en kundige mensen, dan kom je op een betere plek uit dan als je alleen maar luistert naar de mensen aan de top.
Paul: We hebben ook verschil kunnen maken op het gebied van saamhorigheid en het kunnen inzien dat je buiten je eigen werkbubbel kan kijken, hoe het er ergens anders aan toe gaat. Zodat je ook kan leren van elkaar en geïnspireerd raakt.
Thijs: Het belangrijkste is dat mensen een plek, een community hebben waar ze gelijkgestemden kunnen vinden. Onze taak is ook om te blijven schreeuwen m.b.t. de energietransitie, dat het wel sneller kan. We willen natuurlijk de community uitbreiden, we hebben nu zo’n 400 leden, om zoveel mogelijk mensen te bereiken en impact te creëren.
Paul: We hebben genoeg ideeën om uit te voeren, maar een klein bestuur. Waar we naartoe willen is een breed palet activiteiten aanbieden zoals inspirerende events om te kunnen leren binnen de sector, maar ook daarbuiten zoals bijvoorbeeld soft skills. Dat kunnen we alleen doen door zo te groeien dat mensen die enthousiast worden in losse eilandjes events kunnen gaan organiseren. Vandaar dat we een groep ambassadeurs hebben verzameld die zich ook enthousiast inzetten voor Young IRO.
Hoe ziet de sector er volgens YI uit in 2030 t.a.v. de klimaatdoelstellingen/is de sector future proof?
Thijs: Ik denk dat we als Nederlandse sector nog ver achter liggen in 2030. Dat we dan pas beseffen dat we niet snel genoeg zijn gegaan en nog harder ons best moeten gaan doen. Je ziet wel de welwillendheid van bedrijven en er worden ook wel stappen gezet, maar dat gaat gestaag. De Nederlandse offshore sector heeft een sleutelrol in de energietransitie en het zou mooi zijn als die ook gepakt wordt, net zoals 50 jaar geleden bij olie en gas. Maar hier ligt ook een rol voor de overheid.
Paul: Je hebt een hoop en een verwachting en ik hoop dat die verwachting wordt overstegen. Ik heb wel het gevoel dat er een soort momentum aan de gang is. Dat er ontwikkelingen zijn waardoor inderdaad gevraagd wordt aan grote bedrijven om hun verantwoordelijkheid te nemen en die knop om te zetten. Je kan er veel van vinden, maar ik denk dat het nodig is.
Ik hoop dat we als Nederlandse sector nog steeds een voorbeeldrol kunnen zijn voor de rest van de wereld met bijvoorbeeld het delen van lessons learned.
Wat zouden jullie de nieuwe generatie, die nu studeert, mee willen geven over de offshore sector?
Paul: Met mijn achtergrond als industrieel ontwerper had ik van deze sector weinig gehoord. Ik wist dat de sector bestond, maar ik dacht niet dat ik er zou gaan werken. Met mijn studie kom je in heel andere bedrijven te werken, zoals technologiebedrijven of ontwerpbureaus voor producten. Wat ik persoonlijk heb ervaren is dat het veel voldoening geeft om in de offshore energie sector te werken, je draagt bij aan de energietransitie en dat is gaaf. Ik voel mij ook gewaardeerd, omdat de sector juist gebruik kan maken van de mensen die buiten de gebaande paden kunnen kijken. Ik wil aan mensen die denken ‘ik weet niet of ik in die sector zou kunnen werken’, meegeven om juist eens te gaan praten met iemand uit de sector die hetzelfde profiel heeft als jouzelf.
Thijs: Hier sluit ik mij zeker bij aan. Het is geen hippe industrie in deze tijd om te gaan werken, terwijl ik juist denk dat de sleutelrol in deze industrie ligt.
Zet dat stereotype uit en ga eens met mensen praten uit de industrie en dan merk je dat er volop gewerkt wordt aan energieoplossingen voor de toekomst. Als je wilt werken in de voorhoede van dat gevecht, daar waar de windturbines geplaatst worden, waar de drijvende zonneparken komen, waar de carbon capture plaatsvindt, dan zit je goed in deze sector. Je kan in de frontlinie staan bij een bedrijf die de koers kan bepalen. Hoe vet is dat!
Paul: Ook als je geen heel groen hart hebt, maar je wilt wel gave technologische uitdagingen dan kun je in deze sector ook echt je ei kwijt.
Meer informatie over Young IRO en het lidmaatschap vind je hier.